11. beschouwt macroregionale strategieën – voor zover de regionale autoriteiten bij de aansturing daarvan worden betrokken – als een reële mogelijkheid om optimaal gebruik te maken van supranationale capaciteitseffecten, om de samenwerking tussen de verschillende bestuursniveaus te verbeteren en aan gezamenl
ijke oplossingen te werken voor gemeenschappeli
jke problemen zoals de bescherming van het milieu of het gebruik van hulpbronnen en ontwikkelingscapaciteiten, een en ander met het oog op een efficiëntere, evenwichtigere en duurzamere ontwikkeling; onde
...[+++]rstreept de noodzaak om territoriale samenwerkingsprogramma's effectiever te combineren met territoriale strategieën (zoals regionale ontwikkelingsprogramma's, plaatselijke ontwikkelingsstrategieën en lokale ontwikkelingsplannen); ziet mogelijkheden om de EU-structuurfondsen door een betere coördinatie van bestaande subsidiemechanismen doelgerichter in te zetten, zonder dat daar een verhoging van de middelen voor deze vormen van interregionale samenwerking tegenover hoeft te staan; is bovendien van mening dat er voor deze strategieën geen nieuwe instrumenten, financiële middelen of implementatiestructuren mogen worden gecreëerd en dat de financiële steun aan de regio's voor kleinere ontwikkelingsprojecten daar niet ongunstig door mag worden beïnvloed; is van mening dat de banden tussen het cohesie- en het nabuurschapsbeleid langs macroregionale weg nauwer kunnen worden aangehaald; spoort de Commissie en de lidstaten er in dit verband toe aan meer rekening te houden met de territoriale dimensie van het ESF, in het bijzonder wat betreft de toegang tot de arbeidsmarkt; 11. Sees macroregional strategies – provided that regional authorities are involved in their governance – as affording a major opportunity to harness forms of supranational potential, improve cooperation between the different levels of governance and take a joint approach towards shared challenges such as environmental protection or the use of resources and development capacities, thus allowing more efficient, balanced and sustainable development; highlights the need to link terr
itorial cooperation programmes more effectively with territorial strategies (such as regional development plans, local development strategies and local developm
...[+++]ent plans); considers that better coordination of existing support mechanisms can create scope for more targeted use of the EU Structural Funds, without this entailing any increase in the resources earmarked for these fields of inter-regional cooperation; takes the view, moreover that no new instruments, financial resources or implementation structures should be created for these strategies and that the financial support provided to the regions for smaller scale development projects must not be affected; considers that the macroregional approach could be used to strengthen the links between cohesion policy and neighbourhood policy; encourages the Commission and Member States, in this context, to take greater account of the territorial dimension of the ESF, in particular with regard to access to employment;