24. ondersteunt het idee van een "kernnetwerk" met een "geografische zuil" en een "conceptuele zuil", waarbij deze laatste voorziet in criteria en doelstellingen die het mogelijk moeten maken om gaandeweg en op flexibele wijze projecten, corridors en netwerkonderdelen vast te stellen en af te stappen van de strakke aanpak volgens welke al deze elementen aan het begin van de begrotingsperiode voor de gehele periode moeten worden gedefinieerd; is van mening dat het TEN-T gedurende de begrotingsperiode op flexibele wijze moet kunnen worden uitgebreid, zodat het kan worden aangepast aan de veranderende marktvoorwaarden;
24. Supports the concept of a ‘core network’ consisting of a ‘geographical pillar’ and a ‘conceptual pillar’, whereby the ‘conceptual pillar’ contains criteria and objectives enabling projects, corridors and network parts to be identified flexibly over time rather than rigidly at the start of the budgeting period for the entire period; takes the view that it should be possible to expand TEN-T flexibly during the budgeting period in order to adapt to changing market conditions;