Door het ontslag van de premier bekend te maken en de uitvoerende macht tijdelijk naar zich toe te trekken, iets wat sinds het einde van de absolute monarchie in 1990 niet meer was voorgekomen, heeft koning Gyanendra een ernstige politieke crisis doen ontstaan; want hij heeft vervolgens wel een nieuwe premier benoemd, maar deze beschikt over geen enkele vertegenwoordigingsbevoegdheid, en het moet voor de koning wel erg verleidelijk zijn de oorlog tegen de maoïstische guerrilla aan te grijpen om de rechtsstaat op te schorten en een einde te maken aan de parlementaire democratie die sinds twaalf jaar van kracht is.
In announcing the dismissal of the Prime Minister and temporarily assuming the executive powers, something which has not happened since the end of the absolute monarchy in 1990, King Gyanendra has sparked off a major political crisis. Indeed, even though he subsequently appointed another Prime Minister, the new Prime Minister has no representative legitimacy and, indeed, the King must be sorely tempted to use the fight against Maoist guerrilla groups to suspend the rule of law and put an end to the period of parliamentary democracy which has prevailed for 12 years.