De vijf hoofdstukken regelen elk een bijzonder aspect van het statuut van de directeur en de adjunct-directeurs, aspecten waarin tot nu toe niet werd voorzien door het "algemeen" statuut van het personeel van Europol. Zo regelt hoofdstuk 1 de selectieprocedures, hoofdstuk 2 de voorwaarden en de procedures bij beëindiging van de dienst, hoofdstuk 3 bepaalt de tuchtprocedure, hoofdstuk 4 de beroepsmogelijkheden en, tenslotte, bevat hoofdstuk 5 enkele specifieke bepalingen betreffende de directeur.
It is made up of five chapters, each seeking to regulate a specific aspect of the status of the Director and Deputy Directors which has not to date been governed by the 'general' Europol Staff Regulations: Chapter 1 contains the organisational arrangements for selection procedures, Chapter 2 lays down the detailed arrangements and conditions for terminating service, Chapter 3 lays down the disciplinary proceedings, Chapter 4 regulates appeals and Chapter 5, lastly, contains a number of specific provisions concerning the Director.