In casu constateert het Hof dat het recht van de vakbondsorganisaties van een lidstaat om collectieve actie te voeren, waardoor in andere lidstaten gevestigde ondernemingen zich gedwo
ngen kunnen zien om voor onbepaalde duur onderhandelingen te voeren teneinde te weten te komen welk minimumloon moet worden betaald, en om zich aan te sluiten
bij een collectieve arbeidsovereenkomst waarvan de bedingen verder gaan dan de door richtlijn 96/71 gewaarborgde minimale bescherming, het voor deze onderne
...[+++]mingen minder aantrekkelijk, ja zelfs moeilijker kan maken om bouwwerkzaamheden op het Zweedse grondgebied uit te voeren en derhalve een beperking op het vrij verrichten van diensten vormt.
In this case, the Court points out that the right of trade unions of a Member State to take collective action by which undertakings established in other Member States may be forced into negotiations with the trade unions of unspecified duration in order to ascertain minimum wage rates and to sign a collective agreement – the terms of which go beyond the minimum protection guaranteed by Directive 96/71 – is liable to make it less attractive, or more difficult, for such undertakings to carry out construction work in Sweden, and therefore constitutes a restriction on the freedom to provide services.