Met betrekking tot het begrip „de vorm die door de aard van de waar bepaald wordt” stelt de advocaat-generaal vervolgens een uitlegging voor waaronder niet alleen vormen vallen die door de natuur worden gecreëerd of die het voorwerp zijn van normen (de vorm van een banaan voor bananen of de vorm van een rugbybal), maar ook andere vormen, waarvan de wezenlijke kenmerken door de functie van de betrokken waar worden bepaald. Het zou bijvoorbeeld kunnen gaan om poten met een horizontaal blad voor een tafel, of ook de vorm van een parallellepipedum voor een baksteen.
Next, as regards to the concept of ‘shape which results from the nature of the goods themselves’, the Advocate General proposes adopting an interpretation covering not only natural shapes and standardised shapes (shape of a banana in respect of bananas, or shape of a rugby ball) but also other shapes, namely those whose essential characteristics result from the function of the goods concerned. This relates, for example, to legs with a horizontal level in relation to a table, the shape of an oblong in relation to a brick.