1. Elk dier dat op grond van Richtlijn 91/496/EEG moet worden onderworpen aan veterinaire controles, dat de Unie binnenkomt uit een derde land en dat bestemd is voor een bedrijf van bestemming op het grondgebied van de Unie, wordt op het bedrijf van bestemming met de in artikel 4, lid 1, bedoelde identificatiemiddelen geïdentificeerd.
1. Any animal subject to veterinary checks, pursuant to Directive 91/496/EEC, entering the Union from a third country and intended for a holding of destination within the territory of the Union, shall be identified at the holding of destination with the means of identification provided for in Article 4(1).