21. is van mening dat co-regulering en zelfregulering een belangrijke rol moeten spelen bij het reguleren van bepaalde sectoren van de economie, zij het op duidelijk omschreven voorwaarden; wijst erop dat deze instrumenten een beperking inhouden van het recht op hoger beroep; benadrukt dat het gevaar bestaat dat op deze manier regelgeving tot stand komt die vager, minder bindend en onvaster is en die leidt tot een benaderende aanpak en willekeur bij de omzetting in de nationale wetgeving;
21. Considers that coregulation and self-regulation, provided they are subject to clearly defined conditions, will have an important role to play in regulating certain sectors of the economy; points out that these instruments reduce the right of judicial review; stresses the danger of thereby creating rules that are uncertain, less binding and less secure, that may result in artificial approximation and random transposition into national legislation,