Traduction de «beroepskeuzevoorlichting » (Néerlandais → Anglais) :

TERMINOLOGIE

beroepskeuzevoorlichting [ beroepsoriëntatie ]
vocational guidance [ Vocational information(ECLAS) ]

beroepskeuzeadvisering | beroepskeuzebegeleiding | beroepskeuzevoorlichting | beroepsoriëntatie
career counselling | career guidance | occupational guidance | vocational guidance

Verdrag betreffende de rol van beroepskeuzevoorlichting en beroepsopleiding bij de ontwikkeling van menselijke hulpbronnen
Convention concerning Vocational Guidance and Vocational Training in the Development of Human Resources

Aanbeveling betreffende de rol van beroepskeuzevoorlichting en beroepsopleiding bij de ontwikkeling van menselijke hulpbronnen
Recommendation concerning Vocational Guidance and Vocational Training in the Development of Human Resources

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

17. dringt er bij de lidstaten op aan het potentieel van kwalitatieve beroepskeuzevoorlichting en van het aanbieden van opleidingen te erkennen, teneinde meisjes aan te moedigen om op de universiteit exacte vakken te blijven volgen;
17. Urges the Member States to recognise the potential of quality career guidance and of engaging in training to encourage girls to continue STEM subjects at university;

Het ESF en de bijkomende 42,4 miljoen euro van het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief zullen eveneens bijdragen aan de uitvoering van de jongerengarantie in België, met name door onderwijs en opleiding, beroepskeuzevoorlichting, stageplaatsen en andere beroepservaring".
The ESF and the additional 42.4 million from the Youth Employment Initiative will also help to implement the Youth Guarantee in Belgium, in particular through education and training, career guidance, traineeships and other professional experience".

3. benadrukt dat geïnvesteerd moet worden in effectieve systemen van studie- en beroepskeuzevoorlichting om te bevorderen dat jonge vrouwen kiezen voor een hogere, al dan niet wetenschappelijke technische opleiding; stelt vast dat bijzondere aandacht moet worden besteed aan het opnemen van ICT-competenties, digitale geletterdheid en communicatievaardigheden in de beleidsmaatregelen inzake het beroepsonderwijs en een leven lang leren van de EU-lidstaten, dat vrouwen moeten worden gestimuleerd om hiervan te profiteren en dat de opleidingsmogelijkheden voor vrouwen moeten worden uitgebreid zodat zij zich gedurende hun loopbaan aan de veranderingen op de arbeidsmarkt kunnen aanpassen en aldus hun aanwezigheid in sectoren die voor de toekomstige ontwikkeling van strategisch belang zijn, kunnen vergroten; acht het noodzakelijk genderstereotypen in het onderwijs te bestrijden;
3. Underlines the need for investment in effective educational and vocational guidance systems in order to guide young women towards choosing science, engineering or technical higher education, be it academic or non-academic; notes that particular attention must be paid to integrating ICT competences, digital literacy and communication skills into the vocational training and life-long learning policies of the Member States and to encouraging women to take advantage of them, and to broadening training opportunities for women so as to enable them to adapt to changes in the labour market during their careers, thus increasing their presence in strategic sectors for future development; considers it necessary to fight gender stereotypes in education;

8. is van mening dat mobiliteit voor de verwerving van nieuwe vaardigheden een krachtig instrument is ter verbetering van vaardigheden en vakmanschap, persoonlijke ontwikkeling en het actieve burgerschap van jongeren; is van mening dat vrijwillige mobiliteit in het kader van onderwijs en beroepsopleiding, vervolgonderwijs en hoger onderwijs derhalve moet worden bevorderd voor alle jongeren – los van hun financiële, sociale en etnische achtergrond, het soort onderwijs of opleiding welke zij volgen, hun handicaps, gezondheidsproblemen of geografische situatie – en moet worden aangemoedigd door het beschikbaar stellen van beroepskeuzevoorlichting en -advisering tijdens het hele proces; benadrukt dat mobiliteit niet mag leiden tot een verlaging van de sociale normen in het gastland; benadrukt het belang van wederzijdse erkenning van in de EU behaalde school-, beroepsopleidings- en hogeronderwijsdiploma's en diploma's van vervolgopleidingen voor de vergroting van de mobiliteit; dringt aan op de consequente omzetting van maatregelen zoals ECVET, EQF en ECTS; geeft te verstaan dat de met bewijsstukken gestaafde wederzijdse erkenning dient te geschieden binnen 12 maanden na het behalen van het diploma; wijst erop dat het Europees Parlement regelmatig via de mobiliteitsindicatoren wordt geïnformeerd;
8. Takes the view that mobility for the acquisition of new skills is a strong tool for improving the skills and competences, personal development and active citizenship of young people; takes the view that voluntary mobility in the framework of schooling and vocational training, further training and higher education should therefore be promoted for all young people, irrespective of their financial, social and ethnic background, the type of education or training in which they are engaged, and of their disabilities, health problems or geographical situation, and should be encouraged by professional guidance and counselling made available throughout the process; emphasises that mobility must not lead to a lowering of the social standards in the host country; emphasises the importance for increased mobility of the mutual recognition of school, vocational training and university diplomas and further training qualifications obtained within the EU; calls for proper implementation of ECVET, EQF and ECTS; makes it clear that proofed mutual recognition must be granted within 12 months of the date on which the qualification was obtained; points out that Parliament is kept regularly informed by means of the mobility indicators;

62. is van mening dat mobiliteit voor de verwerving van nieuwe vaardigheden een krachtig instrument is ter verbetering van vaardigheden en vakmanschap, persoonlijke ontwikkeling en het actieve burgerschap van jongeren; is van mening dat vrijwillige mobiliteit in het kader van onderwijs en beroepsopleiding, vervolgonderwijs en hoger onderwijs derhalve moet worden bevorderd voor alle jongeren – los van hun financiële, sociale en etnische achtergrond, het soort onderwijs of opleiding welke zij volgen, hun handicaps, gezondheidsproblemen of geografische situatie – en moet worden aangemoedigd door het beschikbaar stellen van beroepskeuzevoorlichting en -advisering tijdens het hele proces;
62. Takes the view that mobility for the acquisition of new skills is a strong tool for improving the skills and competences, personal development and active citizenship of young people; takes the view that voluntary mobility in the framework of schooling and vocational training, further training and higher education should therefore be promoted for all young people, irrespective of their financial, social and ethnic background, the type of education or training in which they are engaged, and of their disabilities, health problems or geographical situation, and should be encouraged by means of professional guidance and counselling made available throughout the process;

74. onderstreept het belang van studie- en beroepskeuzevoorlichting ten dienste van jongeren bij de overstap van het basisonderwijs naar onderwijs en opleiding op hoger niveau om hen beter voor te bereiden voor een soepele overgang naar een werkzaam leven; is van mening dat de gezins- en sociale omgeving van jongeren en de school met het oog op de beroepsoriëntatie en beroepskeuze versterkt moeten worden; wijst erop dat daarvoor in veel gevallen een op het individu gerichte ondersteuning met behulp van beroepskeuze- en arbeidsmarktbegeleiding nodig is;
74. Stresses the importance of guidance instruments for young people to help them in their educational and professional choices, from primary school to higher levels of education and training, in order to better prepare them for a smooth transition to active life; takes the view that measures must be taken to strengthen the role of the family and social environment of young people and of their schools in guiding them in their career choices and towards finding an occupation; points out that in many cases individually tailored support, in the form of advice for young people choosing a career and starting work, is required in order to achieve that objective;

Hieronder volgen enkele van de belangrijkste elementen van de CB's/enige programmeringsdocumenten die een grote stap voorwaarts vormen en tussen de betrokken Lid-Staten en de Commissie zijn overeengekomen tijdens de in het kader van de partnerschapsrelatie gevoerde besprekingen en onderhandelingen: Concentratie De concentratie van de ESF-bijstand is een nieuw aspect van de verordeningen en wordt in het bijzonder bereikt door: - de concentratie van de bijstand op de prioritaire groepen die de hulp het meest nodig hebben; - de selectie van maatregelen met een grotere toegevoegde waarde voor de Gemeenschap (bijv. innovatieve maatregelen die op nationaal vlak moeilijk te financieren zijn en maatregelen die worden ontwikkeld in de vorm van geïntegreerde pakketten die niet alleen opleidings- maar ook flankerende maatregelen - beroepskeuzevoorlichting en -begeleiding, ondersteuning van de werkgelegenheid - omvatten met het oog op het effenen van het pad dat naar stabiele werkgelegenheid voor de betrokken personen leidt; - een aanzienlijk hoger bijstandsverleningspercentage (gemiddeld tussen 30% en 45%) in vergelijking met de vorige periode.
Some of the significant elements of the CSFs/Single Programming Documents which represent an important step forward and which were agreed in partnership discussions and negotiations between the relevant Member States and the Commission were the following: Concentration Concentration of ESF assistance is a new feature of the Regulations and is achieved in particular through: - concentrating assistance on the priority groups most in need; - the selection of measures where there is greater Community added value (eg innovative measures which are difficult to finance at national level and measures which are developed in integrated packages including not only training but also accompanying measures - counselling, guidance, support of employment - with a view to providing a pathway to integration into stable employment for the people concerned; - a significantly increased intervention rate (on average between 30% and 45%) in comparison with the previous period.

De bijdrage van de Unie bestaat in de ondersteuning ervan via het "Youthstart"-initiatief; - geleidelijke doelen vast te stellen tot het jaar 2000 om een einde te maken aan het functioneel analfabetisme en het gemis aan andere basisvaardigheden bij schoolverlaters; - de status te verhogen van het initiële beroepsonderwijs en de beroepsopleiding en de ontwikkeling van de ondernemersvaardigheden van jongeren en hun vermogen de nieuwe technologieën te benutten door passende arbeidservaring; - de omvang en het bereik van de bestaande leerlingstelsels en/of andere vormen van werk gecombineerd met opleiding te vergroten, in actieve samenwerking met de sociale partners; - de gecoördineerde verstrekking van beroepskeuzevoorlichting en arbeidsbemiddeling te verbeteren, met name op plaatselijk niveau, ten einde stelselmatig jongeren te adviseren over loopbaan- en arbeidsmogelijkheden; - naar wegen te zoeken om belastingfaciliteiten in te voeren voor bedrijven en werknemers om te investeren in hun voortgezette beroepsopleiding, als uiting van het engagement van overheidszijde voor de ontwikkeling van levenslange scholingsmogelijkheden voor volwassenen.
The contribution of the Union is to underpin this with the Youthstart initiative; - set progressive targets up to the year 2000 for the elimination of basic illiteracy, and lack of other basic skills, on the part of school-leavers; - raise the status of initial vocational education and training, and encourage the development of the entrepreneurial skills of young people and their capacity to exploit the new technologies through appropriate work experience; - extend the scope and range of existing apprenticeship schemes, and/or other forms of linked work and training, in active cooperation with the social partners; - improve the coordinated provision of guidance and placement services, notably at local level, to provide systematic advice to young people on career and job opportunities; - examine ways of introducing tax incentives for firms and individuals to invest in their continuing training, as an expression of public policy commitment to the development of life-long learning opportunties for adults.

De onderstaande prioritaire zwaartepunten vormen het uitgangspunt voor de bijstandverlening uit hoofde van het Sociaal Fonds: Zwaartepunt 1: anticiperen op de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, alsmede op de behoefte aan beroepskwalificaties; Zwaartepunt 2: beroepsopleiding, arbeidsmarktopleiding, beroepskeuzevoorlichting en advies; Zwaartepunt 3: steunvoor hetverbeteren en ontwikkelenvan beroepsopleidings- en arbeidsmarktopleidingssystemen; Zwaartepunt 4: steun voor technische bijstand.
The following priorities form the basis of assistance from the Social Fund: Priority 1: Anticipation of labour market trends and vocational qualification requirements. Priority 2: Vocational training, job market training, guidance and counselling. Priority 3: Assistance for the improvement and development of vocational training and job-market training systems.

Het EPD bevat als typische elementen de volgende kenmerken: - Maatregelen waarbij aan langdurig werklozen "inpassingstrajecten" worden voorgesteld die alle activiteiten omvatten die nodig zijn voor het vinden van een baan (opvang, beroepskeuzevoorlichting en -begeleiding, opleiding, hulp bij het zoeken naar werk, enz.).
The DOCUP's main elements are the following: - measures proposing "pathways to integration" for the long-term unemployed, which include all the necessary operations leading up to an activity (intake interview, information and guidance, pre- training, training, help with job-seeking, etc.).