De score wordt bepaald per naaldleeftijdsklasse; bijgevolg hebben bomen (en soorten) afzonderlijke scores voor de onderscheiden naaldleeftijdsklassen C, C + 1, C + 2, enz. De eindscore voor een individuele boom is de score die overeenstemt met het gemiddelde schadepercentage voor een gegeven naaldjaargang voor die boom (dit percentage wordt verkregen door de schadepercentages voor alle afzonderlijke naaldkransen van die leeftijdsklasse op die boom te middelen); zo ook is de eindscore voor het perceel de score die overeenstemt met het gemiddelde van de schadepercentages voor alle bemonsterde bomen.
The scores shall be produced per needle class; thus trees (and species) will have separate scores for the needles of age-classes C, C+1, C+2, etc. The final score of an individual tree shall be the score corresponding to the average injury percentage of a given needle year-class for that tree (this is obtained by averaging the injury percentages of all individual needle-whorls of a given age-class on that tree); similarly, the final score for the plot shall be the score corresponding to the average of the injury percentages of all sampled trees.