Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn voor forfaitaire binnenlandse retailmodellen van exploitanten met aanmerkelijk negatieve verkeersonevenwichtigheden, waarbij de impliciete binnenlandse eenheidsprijs laag is en de totale inkomsten van de exploitant eveneens laag zijn in verhouding tot de roamingkosten, of in gevallen waarin de impliciete eenheidsprijs laag is en het feitelijke of geraamde gebruik van roamingdiensten hoog is.
That may, for example, be the case for flat-rate domestic retail models of operators with significant negative traffic imbalances, where the implicit domestic unit price is low and the operator’s overall revenues are also low relative to the roaming cost burden, or where the implicit unit price is low and actual or projected roaming services consumption is high.