5. onderstreept dat de initiatieven die worden gefinancierd in het kader van het EFD moeten stroken met de toezeggingen in het ontwikkelingsbeleid van de EU (beleidssamenhang met het oog op doeltreffende ontwikkelingshulp); wijst erop hoe belangrijk het is dat gewaarborgd wordt dat de democratische steun van de EU via het EFD gebaseerd is op een bottom-upaanpak, die het principe van democratisch zeggenschap weerspiegelt en die democratie-, veiligheids- en ontwikkelingsvraagstukken op geïntegreerde wijze benadert;
5. Stresses that the initiatives funded under the EED should be coherent with the commitments in the EU’s development policy (policy coherence for development and aid effectiveness); underlines the importance of making sure that the EU’s democracy support through EED is based on bottom-up approaches that reflect the democratic ownership principle and that address democracy, security and development concerns in an integrated manner;