Elke EU-lidstaat moet ten minste één organisatie of centraal orgaan aanwijzen om ervoor te zorgen dat werknemers en hun familie geen discriminatie of ongerechtvaardigde beperkingen ondergaan vanwege hun nationaliteit met betrekking tot hun recht om te werken waar zij willen.
Every EU country must designate at least one organisation or central point to ensure workers and their families do not suffer discrimination or unjustified restrictions on their right to work where they wish because of their nationality.