2. In afwijking van artikel 36, lid 2, kunnen de lidstaten, in uitzonderlijke gevallen, bij de beoordeling van een aanvraag tot toelating van een gewasbes
chermingsmiddel dat geen voor vervanging in
aanmerking komende stof of een werkzame stof met een
laag risico bevat, ook de bepalingen van lid 1 van dit artikel toepassen wanneer er voor dezelfde v
orm van gebruik een niet-chemische bestrijdings- of preventiemet
...[+++]hode bestaat en deze in de betrokken lidstaat algemeen wordt toegepast.
2. By way of derogation from Article 36(2) Member States may in exceptional cases also apply the provisions of paragraph 1 of this Article when evaluating an application for authorisation of a plant protection product not containing a candidate for substitution or a low-risk active substance, if a non-chemical control or prevention method exists for the same use and it is in general use in that Member State.