23. is van mening dat het toepassingsgebied van een „instrumentarium” behoorlijk ruim kan zijn, terwijl een facultatief instrument beperkt moet zijn tot de kernvraagstukken op
het gebied van het contractenrecht; meent dat een „instrumentarium” samenhang moet blijven vertonen met het facultatief instrument en begrippen uit de onderscheiden wettelijke tradities binnen de EU moet omvatten, waaronder regels die moeten zijn afgeleid, onder andere, van het ontwerp van gemeenschappelijk referentiekader en de „Principes contractuels communs” en de „Terminologie contractuelle commune” , en dat de daarin vervatte aanbevelingen met betrekking tot
...[+++]het contractenrecht voor consumenten moeten zijn gebaseerd op een werkelijk hoog niveau van bescherming;
23. Believes that the scope of a ‘toolbox’ could be quite broad, whereas any OI should be limited to the core contractual law issues; believes that a ‘toolbox’ should remain coherent with the OI and include among its ‘tools’ concepts from across the diverse range of legal traditions within the EU, including rules derived from, inter alia, the academic Draft Common Frame of Reference (DCFR) and the ‘Principes contractuels communs’ and ‘Terminologie contractuelle commune’ ; and that its recommendations on consumer contract law should be based on a genuinely high level of protection;