C. overwegende dat de coördinerende werkzaamheden van Frontex in de praktijk niet losstaan van de activiteiten van de lidstaten die door Frontex worden gecoördineerd, en dat Frontex (en daarmee dus ook de EU) dus ook een directe of indirecte invloed kan hebben op de rechten van personen, waarmee in ieder geval aan de vo
orwaarden voor niet-contractuele aansprakelijkheid van de EU is voldaan (zie het arrest van het Hof van Justitie in zaak T-341/07, Sison); overwegende dat de EU haar aansprakelijkheid niet kan ontlopen uitsluitend op grond van het bestaan van administratieve regelingen met de lidstaten die deelnemen aan een door Frontex
...[+++]gecoördineerde operatie, als die administratieve regelingen gevolgen hebben voor de mensenrechten;
C. whereas even today Frontex coordination activity cannot in practice be dissociated from the Member State activity carried out under its coordination, so that Frontex (and thereby the EU through it) could also have a direct or indirect impact on individuals’ rights and trigger, at the very least, the EU’s extra-contractual responsibility (see Court of Justice Judgment T-341/07, Sison III); whereas such responsibility cannot be avoided simply because of the existence of administrative arrangements with the Member States involved in a Frontex-coordinated operation when such arrangements have an impact on fundamental rights;