Het betaalmiddel kan zijn verkregen door middel van een strafbare handeling, in welk geval de dader kan worden vervolgd
wegens de aanschaf ervan (artikel 151, lid 5; artikel 146, lid 1, punt 2; en artikel 152a, lid 1, punt 2, WvS), vervalsing (artikel 151, lid 5; artikel 146, lid 1, punt 1; artikel 152a, lid 1, punt 1; artikel 267, lid 1; artikel 269, lid 1; e
n artikel 270 WvS), diefstal of een andere vorm ...[+++]van wederrechtelijke toe-eigening (artikelen 242 en 246 WvS), heling (artikel 259 WvS) of witwassen (artikel 261 WvS).
The instrument may have been obtained as the result of a criminal offence in which case the perpetrator can be prosecuted for procurement (sections 151(5), 146(1)(2), 152a(1)(2) of the penal code), counterfeiting (sections 151(5), 146(1)(1), 152a(1)(1), 267(1), 269(1) and 270 of the criminal code), theft or misappropriation (sections 242 and 246 of the criminal code), receiving stolen property (section 259 of the criminal code) or money laundering (section 261 of the criminal code).