Vanaf 1979 worden de leden van het Europees Parlement gekozen via algemene, rechtstreekse en geheime verkiezingen door de burgers van de lidstaten naar aanleiding van de Europese Raad van Brussel (12-13 juli 1976), waar quota voor de vertegenwoordiging werden vastgesteld voor elke lidstaat: de grotere la
nden (Frankrijk, de Duitse Bondsrepubliek, Italië en het Verenigd Koninkrijk) kregen elk 81 vertegenwoordigers, terwijl de kleinere landen een aantal vertegenwoordigers kreeg dat evenredig was aan de omvang van hun bevolking, maar groter dan hun aandeel in de bevolking van de toenmalige Europese Economische Gemeenschap (25 voor Nederland,
...[+++] 24 voor België, 16 voor Denemarken, 15 voor Ierland en 6 voor Luxemburg).Starting from 1979, the Members of the European Parliament (MEP) began to be elected by universal, direct and secret ballot by the citizens of the Member States (MS) following the European Council of Brussels (12-13 July 1976), where quotas of representation were established for each Member State:
the bigger countries (France, the Federal Republic of Germany, Italy and the United Kingdom) got 81 representatives each, while the less large ones got a number of representatives proportional to their population, but more than their proportion in the population of the European Economic Community, as it then was (25 for the Netherlands, 24 for
...[+++]Belgium, 16 for Denmark, 15 for Ireland and 6 for Luxembourg).