Een persoon of een groep kan gediscrimineerd worden als hij op grond van elementen die in het verdrag zijn vermeld (ras, godsdienst, handicap, leeftijd, seksuele geaardheid...) achtergesteld wordt, of wanneer de toepassing van een ogenschijnlijk neutrale bepaling een schadelijke weerslag kan hebben op deze persoon of groep, op dezelfde gronden.
Discrimination where a person or group of persons are treated less favourably on the grounds of the characteristics indicated in the Treaty (race, religion, disability, age, sexual orientation, etc.) or if the application of an apparently neutral provision is liable to adversely affect this person or group for the same reasons.