7. neemt kennis van het besluit van de ECB in 2006 om de rentetarieven verder te verhogen; merkt op dat de inflatie weliswaar beperkt bleef ondanks een stijging van de energieprijzen, maar dat het groe
ipercentage van het monetair aggregaat M3 sinds 2001 stelselmatig ruimschoots de referentiewaarde van 4,5% overschrijdt, zonder dat de inflatie toeneemt; dringt er bij de ECB op aan een duidelijker verklaring voor deze discrepantie te geven en te laten weten of dit een symptoom is van toenemende liquiditeit die het gevaar in zich bergt de inflatie aan te wakkeren of veroorzaakt wordt door andere factoren zoals de verd
...[+++]ieping van de financiële markten, financiële innovatie en de in toenemende mate internationale rol van de euro; 7. Takes note of the ECB's decision in 2006 to further increase interest rates; observes that, although inflation remained contained
despite a surge in energy prices, the growth rate of
monetary aggregate M3 has systematically exceeded the reference value of 4,5 % by large margins ever since 2001 without accelerating inflation; calls on the ECB to explain better the reasons for this discrepancy and whether it is a symptom of growing liquidity with the potential to fuel inflation in future or a result of other factors, such as the deepening of financial
...[+++]markets, financial innovations and the increasingly international role of the euro;