De maatregel resulteert sedert 1 januari 1994 in een vrijstelling van ten hoogste 230 Ffr. per hectoliter esters van olie uit koolzaad en zonnebloemzaad, een vrijstelling van ten hoogste 329,50 Ffr. per hectoliter zuivere ethylalcohol en derivaten daarvan en een volledige vrijstelling voor bepaalde producten (10) van agrarische oorsprong die onder douanetoezicht worden verwerkt in aardolieproducten, wanneer het verkregen mengsel onder de drie posten die overeenkomen met de indices 20, 22, 24 en 26 van tabel B van artikel 265 van het Douanewetboek in het vrije verkeer wordt gebracht.
From 1 January 1994, it involves an exemption limited to FF 230 per hectolitre for esters of rapeseed and sunflower oil, an exemption limited to FF 329,50 per hectolitre for pure ethyl alcohol and derivatives, and an exemption of 100 % for certain products (10) of agricultural origin incorporated under customs control into oil products, when the mixture obtained is released for own use under tariff headings corresponding to indices 20, 22, 24 and 26 of Table B of Article 265 of the Customs Code.