1. Voor de validering van de uitgaven zet elk deelnemend land een controlesysteem op aan de hand waarvan kan worden nagegaan of de medegefinancierde goederen en diensten zijn geleverd, of de uitgaven die voor op zijn grondgebied uitgevoerde activiteiten of delen van activiteiten zijn gedeclareerd, juist zijn en of die uitgaven en daarmee samenhangende activiteiten of delen van activiteiten in overeenstemming zijn met de nationale en, indien relevant, de Gemeenschapsregels.
1. In order to validate the expenditure, each participating country shall set up a control system making it possible to verify the delivery of the products and services co-financed, the soundness of the expenditure declared for operations or parts of operations implemented on its territory, and the compliance of such expenditure and of related operations, or parts of those operations, with Community, when relevant, and its national rules.