Bot is dan ook van mening dat, afgezien van de door een toestroom van migranten veroorzaakte noodsituaties, een lidstaat de bewaring in een gevangenis slechts mag gelasten indien er uitzonderlijke en legitieme motieven zijn, bijvoorbeeld ontleend aan noodtoestand. Advocaat-generaal Bot leidt daaruit af dat het feit dat er op een deel van het grondgebied van een lidstaat geen speciale centra voor vreemdelingenbewaring zijn, niet aan die criteria van spoedeisendheid en ernst voldoet.
The Advocate General takes the view, consequently, that, except in emergency situations linked to a massive influx of migrants, a Member State may not order detention in a prison unless there are exceptional and legitimate grounds for doing so, such as those alleging a state of necessity. Advocate General Bot infers from this that the lack of specialised detention facilities in part of the territory of a Member State does not meet those criteria of urgency or seriousness.