(11) Om aan te tonen dat de aanwezigheid van dit materiaal onvoorzien is, moeten de exploitanten in staat zijn bewijsmateriaal te verstrekken om de bevoegde instanties ervan te overtuigen dat zij passende maatregelen hebben genomen om het gebruik als grondstof te vermijden van genetisch gemodificeerde sojabonen (Glycine max L.) of maïs (Zea mays L.) of enige andere genetisch gemodificeerde organismen waarvan materiaal afkomstig is dat overeenkomstig Verordening (EG) nr. 258/97 in de handel is gebracht, of bestanddelen daarvan.
(11) in
order to establish that the presence of this material is adventitious, operators must be in a position to supply evidence to satisfy competent authorities that they have taken appropriate steps to avoid using as a source genetically
modified soya beans (Glycine max L.) or maize (Zea mays L.), or any other additional genetically modified organisms whose d
erived material has been placed on the market pursuant to Regulation (E
...[+++]C) No 258/97, or produce thereof;