5. is zich ervan bewust dat de keuze van de boete waar het gaat om overtredingen in verband met tijdelijke invoer van bepaalde vervoermiddelen een zaak is van nationaal recht, evenals de vraag of met de goede trouw van de overtreder rekening moet worden gehouden; is niettemin van mening dat het voor de bevordering van de in de Verdragen gewaarborgde vrijheden nodig is dat met de goede trouw van de overtreder rekening wordt gehouden bij de bepaling van de op te leggen boete, indien het achterhalen van de toepasselijke voorschriften problemen kan hebben opgeleverd;
5. Is aware of the fact that the choice of penalty when dealing with infringements relating to temporary importation of certain means of transport is a matter of national law, as is the question of ascertaining whether account m
ust be taken of the good faith of the offender; considers, nevertheless, that in order to promote the freedoms guaranteed by the Treaties, account m
ust be taken of the good faith of the offender when determining the penalty to be imposed on him, where determination of the rules applicable has given rise to dif
...[+++]ficulties;