Als alle betalingen die aanvankelijk in 2000 en 2001 werden verwacht maar niet zijn gevraagd, zouden komen bovenop de voor 2003 en 2004 verwachte betalingen, zou in elk van deze laatste twee begrotingsjaren sprake zijn van een feitelijke overschrijding van de financiële vooruitzichten met circa EUR 6 miljard, zoals is aangegeven in grafiek nr. 9. Geen enkele lidstaat verwacht echter zulke hoge pieken in de uitvoering van de programma's.
If all the payments initially expected in 2000 and 2001 but not requested were added to the payments expected in 2003 and 2004, the financial perspective would indeed be overrun by some EUR6 billion, as Graph 9 shows. However, none of the Member States are expecting any such surges in implementation of programmes.