Het gemeenschappelijk geheel van wetgevingsinstrumenten, zoals gedefinieerd in met name Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) verlangt dat grenscontroles plaatsvinden die bijdragen aan de bestrijding van de illegale immigratie en de mensenhandel en aan het voorkomen van gevaar voor de binnenlandse veiligheid, en schrijft tegelijkertijd voor dat die grenscontroles zodanig worden uitgevoerd dat de menselijke waardigheid volledig wordt geëerbiedigd.
The common corpus of legislation, as defined, in particular, by Regulation (EC) No 562/2006 of the European Parliament and of the Council of 15 March 2006 establishing a Community Code on the rules governing the movement of persons across borders (Schengen Borders Code) , provides for border checks to help combat illegal immigration and trafficking in human beings and to prevent any threat to the Member States' internal security while, at the same time, providing for border checks to be carried out in such a way as to fully respect human dignity.