46. merkt op dat het voor de vervolging van terreurdaden die door Europese burgers of in de EU woonachtige niet-EU-onderdanen in derde landen zijn begaan, nodig is
dat in derde landen bewijzen kunnen worden vergaard, met volledige inachtneming van de mensenrechten; verzoekt de EU daarom te werken aan akkoorden met derde landen inzake samenwerk
ing op gerechtelijk vlak en bij de rech
tshandhaving om het vergaren van bewijzen in die landen te vergemakkeli
...[+++]jken, mits alle partijen strenge rechtsnormen en procedures, rechtsstatelijke beginselen, het internationaal recht en de grondrechten in acht nemen;
46. Notes that prosecuting terrorist acts carried out in third countries by European citizens or by non-EU nationals residing in the EU requires that the collection of evidence in third countries should be possible, on a basis of full compliance with human rights; calls, therefore for the EU to work on the setting-up of judicial and law enforcement cooperation agreements with third countries to facilitate the collection of evidence in said countries, provided that strict legal standards and procedures, the rule of law, international law and fundamental rights are safeguarded by all parties;