In deze context vroeg de Deense rechterlijke instantie aan het Hof van Justitie van de EG of een door een lidstaat geheven indirecte belasting (een registratiebelasting) die voor nieuwe voertuigen 105 % over een eerste tranche van 52.800 DKK en 180 % over de rest van de belastbare waarde bedraagt, een maatregel van gelijke werking als een kwantitatieve invoerbeperking kan zijn en bijgevolg onverenigbaar is met het vrije verkeer van goederen.
In that connection, the Danish court referred a question to the Court of Justice of the EC for a preliminary ruling, as to whether an indirect duty charged by a Member State (a registration duty), which in the case of new cars amounts to 105% of a first portion of DKK 52 800 and 180% of the remainder of the taxable value, can be a measure having an effect equivalent to a quantitative restriction on imports and for that reason be incompatible with the principle of the free movement of goods.