1. Het centrale VIS, de nationale interface in elke lidstaat en de communicatie-infrastructuur tussen het centrale Visuminformatiesysteem en de nationale interfaces worden zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van deze verordening door de Commissie ingesteld, waaronder de functies voor de verwerking van de in artikel 5, lid 1, onder c), bedoelde biometrische gegevens.
1. The central VIS, the national interface in each Member State and the communication infrastructure between the central VIS and the national interfaces shall be implemented by the Commission as soon as possible after the entry into force of this Regulation, including the functionalities for processing the biometric data referred to in Article 5(1)(c).