2. De constante van het controleapparaat moet door bevoegde personen kunnen worden aangepast aan de kenmerkende coëfficiënt van het voertuig door middel van een daartoe geschikte inrichting, het zogenaamde "aanpassingsorgaan".
2. It must be possible for authorised agents to adapt the constant of the recording equipment to the characteristic coefficient of the vehicle by means of a suitable device, to be known as an adaptor.