1. De ambtenaar van de rang AST/SC 1 t/m 6, AST 1 t/m 8 en AD 5 t/m 8 die recht heeft op de ontheemdingstoelage of de toelage voor verblijf in het buitenland, heeft binnen de in lid 2 gestelde grens voor zichzelf en, indien hij recht heeft op de kostwinnerstoelage, voor zijn echtgenoot en de personen te zijnen laste in de zin van artikel 2, eenmaal per kalenderjaar recht op betaling van een forfaitair bedrag voor de reiskosten van zijn standplaats naar zijn plaats van herkomst in de zin van artikel 7.
1. Officials in grades AST/SC 1 - 6, AST 1-8 and AD 5 to 8 entitled to the expatriation or foreign residence allowance shall be entitled, within the limit set out in paragraph 2, in each calendar year to a flat-rate payment corresponding to the cost of travel from the place of employment to the place of origin as defined in Article 7 for themselves and, if they are entitled to the household allowance, for the spouse and dependants within the meaning of Article 2.