- gelet op het advies over de octrooieerbaarheid van het menselijke genoom, dat door het Internationaal Comité Bio-ethiek van de Unesco op zijn achtste bijeenkomst van 14 september 2001 unaniem is goedgekeurd; daarin wordt verklaard dat er ernstige morele bezwaren zijn tegen de octrooieerbaarheid van het menselijke genoom, en wordt aanbevolen dat de Wereldhandelsorganisatie bij de herziening van de TRIPS-overeenkomst duidelijk moet stellen dat, overeenkomstig artikel 27, lid 2, tweede alinea, het menselijke genoom niet octrooieerbaar is op grond van de hierin genoemde overwegingen van algemeen belang, met name de openbare orde, de zedelijkheid en de bescherming van het leven en de gezondheid van de mens,
- having regard to the "Advice on the patentability of the human genome", adopted by consensus by the International Bioethics Committee of Unesco (IBC) at the conclusion of its Eighth Session on 14 September 2001 which states "that there are strong ethical grounds for excluding the human genome from patentability" and further recommends "that the World Trade Organisation (WTO), in its review of the TRIPS Agreement, clarify that, in accordance with the provision of Article 27(2)1, the human genome is not patentable on the basis of the public interest considerations set out therein, in particular, public order, morality and the protection of human life and health",