4. is verheugd over de toepassing van de open coördinatiemethode ter ondersteuning van beleid inzake onderzoek en innovatie, maar beklemtoont opnieuw dat de open coördinatiemethode wat de output betreft beperkt zal zijn tot maatregelen voor de verwezenlijking van het doel van 3% van het BBP voor OO, indien de methode niet wordt geflankeerd door concrete investeringsprojecten en transparante monitoring van de tenuitvoerlegging; onderstreept nogmaals de noodzaak van het opleiden van veel grotere aantallen jonge wetenschappers en ingenieurs, waaronder vrouwen, en het houden van benchmarkingoperaties met de open coördinatiemethode om maatregelen in de lidstaten te analyseren;
4. Welcomes the application of the open method of coordination in support of research and innovation policy, but underlines again that the open method of coordination will be limited as regards its influence on action in pursuit of the 3% of GDP target for RD if it is not accompanied by concrete investment projects and transparent monitoring of implementation; underlines again the need to train far more young scientists and engineers, including women, and to carry out benchmarking exercises within the open method of coordination to analyse effective measures which have been taken in Member States;