wanneer het apparaat is uitgerust met een dispenser van bijvoorbeeld ijs of gekoeld drinkwater/dranken die door de eindgebruiker kan worden in- en uitgeschakeld, wordt deze tijdens de meting van het energieverbruik ingeschakeld, maar niet in bedrijf gesteld.
if ‘through-the-door devices’ (such as ice or chilled water/drinks dispensers) which can be switched on and off by the end-user are provided, they shall be switched on during the energy consumption measurement but not operated.