10. is van mening dat het elke lidstaat vrij moet staan de meest geschikte hernieuwbare energiebronnen te kiezen, gezien de verschillen in het potentieel om bepaalde hernieuwbare energiebronnen te ontwikkelen, hetgeen inherent is aan de geologische, hydrologische en klimatologische voorwaarden in de lidstaten; stelt echter met klem dat met het doel van 20% energie uit hernieuwbare energiebronnen de bijdrage van hernieuwbare energiebronnen wordt bedoeld en niet die van andere koolstofarme energiebronnen;
10. Considers that each Member State must be free to choose the most appropriate renewable energy sources given the differences in potential to develop certain renewable energies which are inherent in the geological, hydrological and climatic conditions in the Member States; insists, however, that the target of 20% of energy from renewables means the contribution from renewable energy sources, not other low-carbon energy sources;