Afgezien van de mogelijkheid om aan het Europees Hof van Justitie prejudiciële vragen betreffende de interpretatie en de geldigheid van kaderbesluiten en overeenkomsten voor te leggen, bevatten de EU-instrumenten geen mechanisme voor grondige opvolging of evaluatie, dat vergelijkbaar is met dat van de (subregionale) Werkgroep omkoping van de OESO of de (hoofdzakelijk Europese) Groep van staten tegen corruptie (GRECO), belast met het waarborgen van de uitvoering van het Verdrag van de OESO inzake de bestrijding van omkoping en de Verdragen inzake strafrechtelijke en civielrechtelijke bestrijding van corruptie van de Raad van Europa.
Nevertheless, apart from the possibility to submit questions on interpretation and validity on Framework Decisions and Conventions to the European Court of Justice by way of preliminary rulings, the EU instruments do not provide a genuine follow-up monitoring or evaluating mechanism comparable to the (subregional) OECD Working Group on Bribery or the (mainly European) Group of States against Corruption (GRECO) mandated to ensure the implementation of the OECD Bribery Convention and the Council of Europe's Criminal and Civil Law Conventions.