Indien op natte basis wordt gemeten, moet een HCLD worden gebruikt met een omzetter die op een temperatuur van 328 K (55 °C) of meer wordt gehouden, mits aan de controle van de waterdampverzadigingsdruk is voldaan (zie bijlage III, aanhangsel 2, punt 1.9.2.2.).Voor zowel de CLD als de HCLD moet de bemonsteringsbaan naar de omzetter voor een droge meting en naar de analysator voor een natte meting op een wandtemperatuur van 328 K tot 473 K (55 °C tot 200 °C) worden gehouden.
If measured on a wet basis, a HCLD with converter maintained above 328 K (55 °C) shall be used, provided the water quench check (Annex III, Appendix 2, section 1.9.2.2) is satisfied. For both CLD and HCLD, the sampling path shall be maintained at a wall temperature of 328 K to 473 K (55 °C to 200 °C) up to the converter for dry measurement, and up to the analyser for wet measurement.