Wanneer namelijk het ontslag van een werkneemster wegens zwangerschap een directe discriminatie op grond van geslacht is, ongeacht de aard en de omvang van het nadeel voor de werkgever van de aan de zwangerschap te wijten afwezigheid, dan kan de omstandigheid dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde of voor onbepaalde tijd is gesloten, niet afdoen aan het discriminerend karakter van het ontslag. In beide gevallen is de zwangerschap de reden waarom de werkneemster de arbeidsovereenkomst niet kan nakomen.
Since the dismissal of a worker on account of her pregnancy constitutes direct discrimination on grounds of sex, whatever the nature and extent of the economic loss incurred by the employer as a result of the absence linked to pregnancy, whether the contract of employment has been concluded for a fixed term or an indefinite period has no bearing on the discriminatory character of the dismissal: in either case the employee's inability to perform her contract of employment is due to her pregnancy.