Wanneer de lidstaat van de moedermaatschappij het aandeel van de moedermaatschappij in de wi
nst van haar dochteronderneming, voor zover er winst is, evalueert, verleent hij ha
ar vrijstelling van belasting op die winst, dan wel staat hij haar toe van de verschuldigde belasting af te trekken het gedeelte van de belasting dat verband houdt met het winstaandeel van de moedermaatschappij en betaald is door haar dochteronderneming en enigerlei kleindochteronderneming, op voorwaarde dat bij iedere schakel een vennootschap en haar kleindochte
...[+++]ronderneming onder de in artikel 2 vastgelegde definities vallen en aan de in artikel 3 gestelde eisen voldoen, tot het bedrag van de overeenstemmende verschuldigde belasting.