Moet de richtlijn oneerlijke handelspraktijken aldus worden uitgelegd dat als oneerlijke handelspraktijk moet worden aangemerkt de handelwijze van de kredietverlener die erin bestaat op de markt van het consumentenkrediet aan de consumenten voor de nevendienst een prijs in rekening te brengen die aanzienlijk hoger is dan de reële kostprijs van die dienst, en wordt de verplichting van transparantie van de daadwerkelijke totale kostprijs van het consumentenkrediet omzeild door de kostprijs van de nevendienst niet in het JK op te nemen?
Must the Unfair Commercial Practices Directive be interpreted as meaning that conduct of the creditor consisting, in the consumer credit market, in requiring from consumers a substantially higher price for an ancillary service than the actual costs of such an ancillary service is to be regarded as an unfair commercial practice, and is the requirement of transparency of the total cost of a consumer credit thus circumvented if the costs of the ancillary service are not part of the APR?
