De lidstaten kunnen in hun nationale wetgeving voorschrijven in welke gevallen een minderjarige de gelegenheid moet krijgen persoonlijk te worden gehoord, rekening houdend met de mate van rijpheid van de betrokkene en eventuele opgelopen psychologische trauma's.
Member States may determine in national legislation the cases in which a minor shall be given the opportunity of a personal interview, taking into account the individual's level of maturity and any psychological trauma he/she has endured.