9. is ervan overtuigd dat een Europees kader van regelgeving voor onderhandse plaatsing alleen moet gelden voor grensoverschrijdende onderhandse plaatsing en in dat geval voorrang moet hebben voor de bestaande nationale regels; het dient echter niet de plaats in te nemen van nationale regels die gelden voor binnenlandse onderhandse plaatsing; is, althans als eerste stap, voorstander van een regime dat berust op richtsnoeren van het CEER, maar wijst erop dat, teneinde meer rechtszekerheid te scheppen, onderzocht moet worden of er behoefte is aan Europese wetgevingsmaatregelen;
9. Is convinced that a European PPR framework should only apply to cross-border private placement and in this case override the existing national rules, it should, however, not replace national rules that apply to domestic private placement; favours, at least as a first step, a regime based on CESR guidance, but highlights that, in order to achieve more legal certainty, the need for European legislative measures should be examined;