2. De Commissie bepaalt bij het vaststellen van op één of meer landen gerichte programma's de toewijzingen voor elk programma, gebruikmakend van transparante en objectieve criteria en rekening houdend met de specifieke kenmerken en behoeften van het betrokken land of de betrokken regio, het streefniveau van het partnerschap van de Unie met een bepaald land, de vooruitgang met de implementatie van vastgestelde doelen, met inbegrip van goed bestuur en hervormingen en het vermogen om de hulp van de Gemeenschap te beheren en op te nemen.
2. In establishing country or multi-country programmes, the Commission shall determine the allocations for each programme, using transparent and objective criteria and taking into account the specific characteristics and needs of the country or the region concerned, the level of ambition of the European Union's partnership with a given country, progress towards implementing agreed objectives, including on governance and on reform, and the capacity of managing and absorbing Community assistance.