1. Wanneer een quarantaineorganisme wel aanwezig is op het grondgebied van de Unie, maar niet op het grondgebied van een lidstaat of een deel daarvan, en het geen EU-quarantaineorganisme betreft, kan de Commissie, op verzoek van die lidstaat op grond van lid 4, dat grondgebied of een deel daarvan overeenkomstig lid 3 erkennen als beschermd gebied wat dat quarantaineorganisme betreft („beschermdgebiedquarantaineorganismen”, hierna „ZP-quarantaineorganismen” (van „Zona Protecta-quarantaineorganismen”)).
1. Where a quarantine pest is present in the Union territory but not in the territory of a Member State or a part thereof, and is not a Union quarantine pest, the Commission may, upon application of that Member State pursuant to paragraph 4, recognise such territory or part thereof as a protected zone in accordance with paragraph 3 as regards that quarantine pest (‘protected zone quarantine pest’).