3.1.3. Wanneer het referentievlak de benedengrens van de zone is, wordt ook rekening gehouden met de delen van het voertuig onder het referentievlak die zich tussen twee verticale vlakken bevinden, waarvan het ene het buitenoppervlak van het voertuig raakt en het andere daaraan evenwijdig is op een afstand van 80 mm naar de binnenzijde van het voertuig vanaf het punt waar het referentievlak de carrosserie van het voertuig raakt.
3.1.3. Where the reference plane is the lower limit of the zone, account is also taken of the parts of the vehicle below the reference plane falling between two vertical planes, one touching the external surface of the vehicle and the other parallel to it and set at 80 mm, towards the interior of the vehicle from the point at which the reference plane touches the bodywork of the vehicle.