4. erkent dat, ofschoon de EU geen expliciete bevoegdheid he
eft op het vlak van stedelijke ontwikkeling, een breed scala aan EU-initiatieven een directe of indirecte impact heeft op dorpen, steden en stedelijke gebieden; is dan ook van mening dat goed doordacht en reeds langer bestaand stedelijk bel
eid op nationaal en regionaal niveau een voorwaarde is voor een Europese stedelijke agenda; is van oordeel dat die agenda een strategie dient op te leveren voor dorpen, steden en functionele stedelijke gebieden in de EU, die zich op lange
...[+++] termijn zal ontwikkelen tot een stedelijk beleid op EU-niveau; onderstreept in dit verband dat de territoriale ontwikkeling van stedelijke gebieden gestoeld moet zijn op een evenwichtige territoriale organisatie met een polycentrische stedelijke structuur in overeenstemming met de Territoriale Agenda van de EU 2020; 4. Recognises that although there is no explicit EU competence on urban development, a broad range of EU initiatives impact directly/indirectly on towns, cities and functional urban areas; is therefore of the opinion that well-developed and estab
lished national and regional urban policies are a prerequisite for a European Urban Agenda; considers that the latter should constitute a strategy addressing towns, cities and functional urban areas in the EU that, in the long term, would develop into an urban policy at EU level; underlines in this context that urban territorial de
velopment should be based ...[+++] on balanced territorial organisation with a polycentric urban structure in line with the EU Territorial Agenda 2020;