De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat iedere handeling van organisatie of facilitering waarbij een persoon wordt geholpen bij het reizen met terroristisch oogmerk als bedoeld in artikel 9, lid 1, en artikel 9, lid 2, onder a), in de wetenschap dat de aldus verstrekte hulp dat doel dient, strafbaar wordt gesteld indien er sprake is van opzet.
Member States shall take the necessary measures to ensure that any act of organisation or facilitation that assists any person in travelling for the purpose of terrorism, as referred to in Article 9(1) and point (a) of Article 9(2), knowing that the assistance thus rendered is for that purpose, is punishable as a criminal offence when committed intentionally.