19. stelt voor om in de komende programmaperiode een van de volgende mogelijkheden te gebruiken bij
de invulling van de stedelijke dimensie op het nationale niveau: onafhankelijke operationele programma's, beheerd door bepaalde overh
eden van stedelijke gebieden, gezamenlijke operationele programma's voor de stedelijke
gebieden van een bepaalde lidstaat, algemene subsidies, het beschermen van maatregelen en middelen voor stedelijke
gebieden in bepaalde regionale operationel
...[+++]e programma's; erkent het belang van de toekomstige uitwerking van specifieke operationele programma's voor bepaalde stedelijke gebieden, die hun ontwikkelingspotentieel moeten gaan benutten; 19. Recommends that in the next programming period one of the following options be used in implementation of the urban dimension at national level: independent operational programmes managed by particular urban areas, joint operational programmes covering the urban areas of particular Member States, global grants or ring-fencing of urban measures and resources within specific regional operational programmes; recognises the importance of drawing up specific operational programmes in future for certain urban areas seeking to realise their development potential;