De maximale afstand tussen wijzer en het vlak van de deelstrepen mag niet groter zijn dan de waarde die gelijk is aan de lengte van het schaaldeel, maar in geen geval groter dan 2 mm; bij aanwijsinrichtingen met een ronde wijzerplaat mag de maximale afstand niet meer dan 0,02 L + 1 mm bedragen (L = de afstand tussen de draaiingsas en de punt van de wijzer).
The maximum distance between the index and the plane of the scale marks must not be greater than the length of the scale division and must in no case exceed 2 mm or 0,02 L + 1 mm in the case of circular-dial indicating devices (L being the distance between the axis of rotation of the pointer and its extremity).